![]() |
insecten |
De meeste lieveheersbeestjes en hun larven leven van bladluizen en daarom
worden ze in de glasteelt ook gebruikt om bij de bestrijding van plagen te
helpen.
De kleurige soorten hebben een sterke en vieze geur en smaken slecht, zodat vijanden ze niet gauw zullen eten.
Wist je dat het aantal stippen niets te maken heeft met de leeftijd?
De kleurige soorten hebben een sterke en vieze geur en smaken slecht, zodat vijanden ze niet gauw zullen eten.
Wist je dat het aantal stippen niets te maken heeft met de leeftijd?
![]() |
insecten |
Kenmerken
Helder gekleurde keversoort, meestal rood of geel met zwarte stippen.
Ovaal, bijna rond van vorm. Een groot deel van de kop en het borststuk wordt
bedekt door het halsschild, het achterlijf is bedekt door de twee dekschilden
(de harde voorste vleugels).
Paartijd
In april en mei. Er worden 100 tot 200 eieren gelegd. De totale
levenscyclus (ei - larve - pop- kever ) duurt 4 tot 7 weken. Voedsel
Bladluizen, behalve het 24 stippelig lieveheersbeestje, dat zich met
plantenmateriaal (klaver) voedt.


Na de winter meteen aan het werk. In het voorjaar komen de volwassen lieveheersbeestjes te voorschijn.
Zij gaan dan onmiddellijk op zoek naar voedsel. Een lieveheersbeestje kan
wel 3000 bladluizen per maand eten. Als ze zijn aangesterkt zoeken ze een
geschikt gebied om zich voort te planten. In april, mei paren ze. De eitjes
worden in groepjes afgezet. De larven die als eerste uitkomen eten vaak hun
broertjes en zusjes op.
In de zomer kunnen de larven dankzij het warme weer en voldoende voedsel
snel groeien. Insecten groeien enkel in deze fase, de lieveheersbeestjes
vervellen dan drie keer. Als de larve volgroeid is gaat ze verpoppen. In de pop
verandert het beestje in een volwassen dier. In juli of augustus kruipt het
volwassen lieveheersbeestje uit de pop, zo'n zes weken nadat de eitjes zijn
gelegd. Je kan tijdens de zomer dus twee generaties lieveheersbeestjes zien.
In de herfst moeten de jonge lieveheersbeestjes veel eten, zodat ze
voldoende reserves hebben voor de winter. De oude kevers sterven meestal voor
de winter. De tocht naar de overwinteringsgebieden wordt ingezet.
Aangekomen in de overwinteringsgebieden kruipen de diertjes met enkelen
bijeen. Sommige soorten kruipen in de grond weg, of zitten achter schors en in
holle stengels. Enkele soorten overwinteren in schuren en kelders van huizen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten